De zesde massa-extinctie

De biodiversiteit is wereldwijd in crisis. Planten- en diersoorten verdwijnen aan een zeer snel tempo als gevolg van landgebruik, overexploitatie, globalisering, vervuiling en klimaat- verandering. Dat is een probleem omdat het verdwijnen van soorten complexe ecosystemen onderuit haalt. Biodiversiteit zorgt voor schone lucht, fris water, bodemkwaliteit en bestuiving. Het maakt ons weerbaar tegen klimaatverandering en natuurrampen. Welke rol is er voor geschiedenis nu we vooral de toekomst moeten veranderen? Wat dragen de bronnen, methoden en vaardigheden van historici bij in dit wetenschappelijke en maatschappelijke vraagstuk?
Bouwen aan het natuurhistorisch geheugen
Complexe problemen zoals de biodiversiteitscrisis vragen een multidisciplinaire aanpak waarbij ook de historische dimensie vitaal is. Als we niet (meer) weten hoe de natuur er vroeger uitzag, leidt dat tot slechte beslissingen over de toekomst van de natuur. Om de ware staat van de natuur te kennen, is inzicht nodig in de status en verspreiding van planten en dieren in het verleden. Helaas gebeuren systematische metingen over biodiversiteit pas sinds de jaren 1970, op een moment dat de natuur reeds sterk gedegradeerd was. Ecologen zijn op zoek naar meer historische referentiepunten om te weten hoe planten, dieren en ecosystemen (zullen) reageren; om natuurbescherming en -herstel te organiseren.
Wat kunnen wij doen (tijdens Verleden Week)?
- Historici kunnen de geschiedenis van de natuur en/in relatie met de mens documenteren door terug te keren naar de bronnen. Die kunnen narratief, iconografisch, kwantitatief of kwalitatief zijn. De kritische interpretatie en contextualisering van de bronnen is complementair aan de blik van biologen.
- Historici kennen de kracht van het narratief. Het vertellen van de gedeelde geschiedenis van natuur en mens, met haar culturele, economische en intellectuele dimensies, biedt een substantiële bijdrage aan de maatschappelijke discussies over biodiversiteit, natuur, natuurbehoud en -herstel.
- Historici doen er goed aan te reflecteren over de evolutie van hun discipline. Wanneer zijn we gestopt met schrijven over fauna en flora? Het bestuderen van de mens als deel van de natuur was eeuwenlang een evidentie, een traditie gestart door Plinius en zijn Naturalis Historia. Hoe reiken we vandaag naar de uitgestoken hand van biologen en ecologen?
Team Verleden Week 2025
Masterstudenten publieksgeschiedenis
Verleden Week is in de eerste plaats een projectweek voor en door studenten. De studenten van het Onderzoeksseminarie Publieksgeschiedenis bereiden Verleden Week inhoudelijk voor: per twee organiseren ze een Atelier voor medestudenten met telkens een andere onderzoeksvraag, bronnencorpus, eindproduct en maatschappelijke partner. Ze worden daarin begeleid door lesgevers: Koen Aerts, Leen Bervoets, Fien Danniau, Manon Mortier.
Werkgroep
Verleden Week is meer dan een onderzoeksweek. Een team van studenten zet de schouders onder het sociale, culturele, culinaire en feestelijke werk en geeft zo vorm aan de studentenweek. Meer info bij Stan Vertommen, Winde Goderis, Marthe Clymans, Lara Ergül Claeys, Annamaria Van Ingelgem en Roxan. Hoe meer zielen hoe meer vreugd: zelf goesting of talent dat je wil inzetten voor Verleden Week? Het is nog niet te laat! Mail stan.vertommen@ugent.be.
Stuurgroep Natuur
Voor de historische en didactische begeleiding en een randprogramma vol workshops en sprekers, zorgt een team van medewerkers van de opleiding: Johan Belaen, Fien Danniau, Janna Everaert, Sander Govaert, Thijs Lambrecht, Stefan Meysman, Jan Vandersmissen.
Coördinatie en contact
Voor coördinatie, overzicht en als contactpunt binnen en buiten de opleiding zorgen Fien Danniau en Johan Belaen, onderwijsbegeleiders van de opleiding Geschiedenis.